Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, den Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw [13]twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht [14]van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. 13. Namelijk, Bildad de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; zie boven, hfdst.2 vs.11. 14. Het Hebreeuwse woord el is ook voor van genomen, Gen.20:2; 2 Kon.19:32, en onder, vs.8; Ps.59:18.